De hausse aan superheldenfilms van de afgelopen jaren doet gemakkelijk vergeten hoe fantasy deze eeuw is doorgebroken bij het grote publiek. Die triomftocht begon in 2001 met de Lord of the Rings-trilogie van Peter Jackson, in 2011 gevolgd door Game of Thrones. HBO’s hitserie kende dit jaar een controversieel laatste seizoen.
Grootschalige fantasy met zijn monsters en veldslagen, is een van de terreinen waarop de onlinevideodiensten elkaar bevechten. Amazon maakt een peperdure serie van Lord of the Ring die in 2021 af moet zijn; HBO werkt aan spin-offs van Game of Thrones. En Netflix heeft sinds deze week The Witcher, gebaseerd op het werk van de Poolse fantasyschrijver Andrzej Sapkowski.
Het verhaal speelt zich af op het Continent, een naar Middeleeuws Europa gemodelleerde plek des onheils. Door een cataclysmische gebeurtenis, de Conjunction of the Spheres, zijn mensen samen met elfen, monsters en andere wezens uit verschillende dimensies gestrand in dezelfde wereld. Wie niet van nature bovenaan de voedselketen staat, moet zich met bruut geweld proberen te handhaven.
Weeskinderen
De Britse acteur Henry Cavill (The Tudors, Man of Steel) speelt ‘witcher’ Geralt van Rivia. Hij behoort tot een kaste van monsterjagers die magische mutaties hebben ondergaan om beter opgewassen te zijn tegen de wezens waar ze tegen betaling op jagen. De meeste mensen wantrouwen witchers en zien ze op zijn best als een noodzakelijk kwaad voor als hun kinderen worden opgegeten. Geralt leeft in de marge, en communiceert bij voorkeur grommend of met zijn zwaard.
Met een kaaklijn waar zwaarden op gesmeed kunnen worden lijkt Cavill in de wieg gelegd voor alle fysieke aspecten van zijn rol. De choreografie van de zwaardgevechten is prachtig en de imposante Cavill overtuigt als krijger die de strijd op leven en dood met monsters aankan. Maar Cavills beperkte bereik van uitdrukkingen maakt Geralt als personage sterk afhankelijk van expressievere tegenspelers.
Dat tegengas komt deels van tovenares Yennefer, met welkome intensiteit door Anya Chalotra (Wanderlust) gespeeld die de lauwe prestaties van sommige andere acteurs compenseert. Als misvormd adoptiekind leidt zij een karig bestaan totdat een tovenaarsgilde haar koopt. Zij bieden schoonheid en macht, maar zoals alles in dit universum, tegen een prijs.
Het lot van Geralt en Yennefer raakt verweven met Ciri (Freya Allan), een jonge prinses op de vlucht voor een leger dat jacht maakt op haar verborgen krachten. In het harde Continent vol monsters en schurken is zij een baken van goedheid, zegt Freya Allan in een gesprek met NRC. „Ze is een frisse wind van onschuld die onmogelijk kan standhouden.” Het is „meer dan de wil van het plot” dat Geralt, Yennefer en Ciri elkaar vinden, voegt Anya Chalotra er aan toe. „Het zijn drie weeskinderen die samen kunnen overleven in het brute Continent.”
Fans
Netflix mikt hoog met deze serie en dat mag wat kosten: het budget voor het eerste seizoen zou rond 65 miljoen euro liggen, meer dan de eerste seizoenen van Game of Thrones. De Netflix-serie ziet er indrukwekkend uit en de wereldwijde reclamecampagne reikte tot in bioscoopzalen.
Het financiële risico hoopt Netflix te kunnen beperken doordat The Witcher al een hoop fans heeft. Niet zo zeer op basis van de boeken maar dankzij de zeer succesvolle videogames. Deze spelen zich af na de boeken en staan volgens auteur Sapkowski los van zijn verhaal. Van de drie games zijn bij elkaar 40 miljoen exemplaren verkocht en het derde deel Wild Hunt prijkt vaak bovenaan ‘Beste games ooit’-lijstjes. Maar ook deze populariteit kent zijn grenzen: zowel Anya Chalotra (23) als Freya Allen (18) bekenden dat ze voor deze rol „niet wisten dat The Witcher bestond”. Hebben ze een voorliefde voor fantasy dan? „Harry Potter!”
Escapisme
De Deense acteur Lars Mikkelsen (House of Cards) speelt in The Witcher de machiavellistische magiër Stregobor. „Fantasy is een canvas waarop het goede en het kwade in iedereen effectiever naar voren komt”, zegt hij aan de telefoon. „De ruis van onze contemporaine wereld ontbreekt.” Zelfs in het moreel ambigue universum van The Witcher biedt het genre een duidend escapisme: Geralt verweert zich tegen het kiezen tussen het minste van kwaden met een morele superioriteit, ook al kost het hem zijn leven.
De serie kan dankzij de boeken en de games een diep uitgewerkte wereld neerzetten. Maar helaas gunt The Witcher zichzelf te weinig tijd en ervaart de kijker zelf hoe het is als meerdere werelden jouw dimensie binnenstormen.
Binnen twee afleveringen is een encyclopedie aan personages, plaatsen en gebeurtenissen al de revu gepasseerd. Zo is The Witcher nu eigenlijk minder dan de som van zijn delen. Verhaallijnen verdringen elkaar terwijl acteurs – nog zichtbaar ongemakkelijk in het vel van hun personage – worstelen met kromme dialogen. De sublieme derde aflevering Betrayer Moon laat zien waar de serie toe in staat is. Er schuilt een potentiële klassieker in wat nog te vaak lijkt op een B-serie met een te groot budget.
Lees dit stuk op NRC